De voortuin van Mariagaard

De voortuin van Mariagaard

Wij bevinden ons in de Oosterzelesteenweg 80 in Wetteren. Komende van de E40 Gent-Brussel neem je de afrit Wetteren en de afslag aan het rond punt richting centrum. Kort na deze afslag zie je aan de linkerkant de voortuin van Mariagaard. Deze tuin is niet steeds de tuin van een school geweest. Ik neem u mee op een tijdreis. Hier gaan we…
 
We nemen een eerste keer de teletijdmachine helemaal terug naar de 14de eeuw. Deze grond is eigendom van de graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male. De eigendom staat bekend als “Hof van Vantegem”. We zien een omgrachte pachthoeve op een oppervlakte van 56 ha. De graaf huwelijkt zijn enige dochter en erfgename uit aan Filips de Stoute, waardoor het domein in 1386 in het bezit komt van zijn schoonzoon. Pachtovereenkomsten uit de 15de, 16de en 17de eeuw vermelden daarna nog steeds “Sijnen Majesteits pachthof”.

We nemen een korte tussenstop eind 17de eeuw en zien dat de hoeve vervallen is. Ze werd onder meer door Franse troepen vernield.

1701: De omgrachte hoeve staat er nog steeds, met een resterend torentje, omgeven door brede walgrachten.

1740: De hoeve wordt door brand vernield en verkocht aan Karel Philips Antoon Maelcamp, heer van Oordegem en Raveschoot. De gebouwen worden door hem hersteld en verpacht.

1840: De Oosterzelesteenweg wordt aangelegd. Daardoor verandert de toegang tot de boerderij die voordien gelegen was aan de Keelstraet. Het gezin De Bruycker – Coppens pacht de hoeve die nu bestaat uit een woonst met twee vuursteden en drie paarden. Een renteniersfamilie uit Gent, Potter – de Loose is eigenaar van de hofstede.

Terug naar de 20ste eeuw. We zijn het jaar 1921. We zien het boerenhuis: het heet “het Koningshof”. Door huwelijken en erfopvolging is de eigenaar de burgemeester van Melle, de heer A. van Pottelberghe de la Potterie. Hij verkoopt de 44 ha 50 grond aan de provincie Oost-Vlaanderen die hier een landbouwhuishoudschool voor meisjes en een landbouwschool voor jongens laat zetten. Het boerenhuis wordt behouden en vergezeld van een nieuw woonhuis, stallen, serres, een kapel en nog een woning voor de aalmoezenier. Vaerwyck – Suys was de architect.

1933: Het Belgische leger legt een bunkerlinie aan ter verdediging van Gent, zogenaamd "Tête de Pont de Gand". Daardoor belandt één van hun bunkers in de voortuin van de landbouwschool. Het is een voorliniebunker, nummer A40, die voorzien wordt van houten luiken en rode pannen als camouflage in de vorm van een transformatorhuisje. Aan de bunker merken we 2 schietgaten op, gericht naar de spoorweg en de steenweg. Binnen zijn 2 verbonden kamers en een sas.

 1940-42: Er spelen zich zware gevechten af voor het bruggenhoofd te Kwatrecht-Gijzenzele.  In de voortuin van de Provinciale Landbouwschool liggen daardoor al een 40-tal Duitsers begraven. Een Iepers bedrijf wordt in dienst genomen om hier, onder toezicht van een Duitse officier,  gesneuvelde soldaten te verzamelen en opnieuw te begraven.  De graven krijgen eenvoudige houten kruisjes met daarop een Swastika (hakenkruis), de naam, geboortedatum en plaats van overlijden, sterfdatum en eenheid van de overledene. Er komt een middengang met errond plaats voor 200 graven. De gemeente Wetteren moet instaan voor de kosten en moet een huurprijs betalen aan de school voor de ingepalmde gronden.

1943: De gebouwen – die sedert 1936 eigendom zijn van de Congregatie van de zusters van Liefde -  worden door de Duitse bezetters aangeslagen en ingericht als “Reichsshule Flandern” voor de Hitlerjugend, een eliteschool voor Vlaamse Duitsgezinde jongeren van ongeveer 11 tot 13 jaar. Later kwamen Duitse jongens van 14 tot 16 jaar hen vervoegen. We zien ze met rugzakken lopen rond het terrein, als straf gevuld met bakstenen, zelfs tot ’s nachts.  Er worden drie ondergrondse schuilkelders ingericht voor deze jongeren. Het kerkhof ernaast wordt in Duitse eer hersteld en piekfijn verzorgd. Op dit ogenblik komen er al vliegtuigen over van geallieerden en is de collaboratie al niet meer zo vanzelfsprekend. Eind augustus 1944 wordt de school dan ook verlaten en overgebracht naar Duitsland. Bij deze overhaaste vlucht van de Duitsers worden de gebouwen leeggehaald door de bevolking. Zelfs ramen, deuren en sanitair werd meegenomen. Totale vernieling.

1946: Er wordt met man en macht gewerkt aan het herstellen van de gebouwen onder leiding van architect De Vloed. De zusters van Liefde heropenen de Hogere Landelijke Huishoudschool met internaat voor het eerst onder de naam ‘Mariagaard’. In ’47 wordt een processie gehouden binnen het domein van Mariagaard naar aanleiding van de doortocht door Vlaanderen van het Mariabeeld van Fatima.

1948: De Duitse gesneuvelden in het kerkhof worden verwijderd en overgebracht naar een groot gezamenlijk kerkhof te Lommel.

1949: Koninklijk bezoek op Mariagaard! De zus van Koning Albert, Princes Marie José, verblijft een dag op Mariagaard voor ‘een dagje platteland’.

Vanaf 1950 breidt de scholengemeenschap uit. De groot begraasde voortuinen vormen nu de voorgrond van een volwaardig Hoger Instituut met talrijke afdelingen en internationale uitwisselingsprojecten.  De tuinen worden ingericht als sportvelden met een brede toegangsweg. Drie rare bulten vallen op, verscholen tussen de struiken. Het zijn de toegangen van de schuilkelders. De toegangen zijn dichtgemaakt, één ervan met hardstenen platen.

We zijn bijna in onze tijd. In 2010 onderzoekt Luc Van de Sijpe, ingenieur bouwkunde, gepassioneerd door bunkers, de schuilkelders. In een gedetailleerde schets van hem merken we 5 gangen van elk 10 meter lang in zigzag achter elkaar. Er is een nooduitgang met stijgijzers, afgesloten door betonnen platen die ook in het grasveld te zien zijn. Het was een beklijvende ervaring voor Luc om als eerste de donkere gangen in te stappen. In de muren kan men openingen vinden voor het plaatsen van olielampen. Verder zijn er ventilatiegaten en restanten van bankjes te zien. Alles bestaat uit baksteen, behalve het plafond dat bestaat uit gewapend beton. De zigzagstructuur van de constructie is typisch voor Duitse loopgraven en biedt een extra beveiliging: mocht een inslaande bom één van de gangen treffen, dan zou de schade beperkt gebleven zijn. Tegen een directe inslag van een zwaardere bom zouden de kelders echter geen bescherming geboden hebben.

Aan de andere kant van de tuin, bij de bunker, heeft de schooldirectie de schietgaten van de bunker laten afsluiten. Ze werden dicht gemetst.

In 2011 heeft men een busstation aangelegd bij de school. De bunker ligt hiervan aan de rand. De derde schuilkelder werd met afbraak bedreigd door deze aanleg, maar bevindt zich nu onder het busstation, beschermd met een betonplaat. De inrit van de school wordt vernieuwd in 2012 omdat men de Oosterzelesteenweg herinricht voor een veilige omgeving.

Zo, we zijn veilig en wel terug in 2017. We zien jongeren sporten op het sportveld of keuvelen in de tuin. Zouden ze zich bewust zijn van de voorgeschiedenis van deze tuin?

 

EenWetteren Wetteren Mariagaard